JanSerneeBoot

Een klik op onderstaande advertentie geeft meer informatie en een kleine bijdrage aan dit weblog.

donderdag, juni 08, 2006

025. Hoek van Bosch

Mijn boot heeft de naam gekregen Hoek van Bosch

hierbij de verklaring waarom:

Herbergen te Jisp

Geschreven Nov. 1996 door J. Klopper Jbz.

Herbergen in ons gebied.

Merkwaardig is het feit dat er relatief zoveel herbergen in zo’n klein dorp als Jisp hebben gestaan. Het is echter toch weer niet zó vreemd wanneer men zich in de geschiedenis van dit dorp verdiept.
Het grondniveau lag rond het jaar 1000 als hoogveengebied nog ca. 2-4 meter boven de toenmalige zeespiegel( thans 1,5 tot 2 meter eronder!) en het stond in open verbinding met de zee.
Doordat hoogveen verdwijnt door erosie(als het in aanraking komt met zuurstof, zeg maar lucht) en men de afwatering der landen waarop men graan en rogge verbouwde vergemakkelijkte door het graven van sloten en tevens het hoogveen verstookte, klonk de grond mateloos snel in. Mede door de verhoging van de zeespiegel, moest men in de twaalfde eeuw door dijkjes het zeewater weren, dat door verschrikkelijke stormen rond het jaar 1170 het Flevomeer vele malen groter had gemaakt tot de Zuiderzee. Zo ook de rivier de “Bamestra” [die tot de twaalfde eeuw (slechts) een brede afvoerstroom was en vaak buiten haar oevers trad] tot een groot meer de Beemster had doen groeien. Zo ook tegen de meren rondom ons, zoals de Wijde- en Engewormer, de Purmer en de Starnmeer) moest het water gekeerd worden. Men bouwde daarom dijkjes met sluizen daarin die zowel dienden voor in- en uitwatering, alswel om schepen te schutten. De bevolking van Jisp was namelijk in de 13e eeuw al een volk dat zich ‘geneerde (toen betekende generen nog: zich beroepsmatig bezich houden met) de binnenvissserij. Men viste in de 15e eeuw al op zee naar haring, In 1455 liepen er 17 haringbuizen van de Jisper werven en 16 koopvaardijschepen. Toen in 1612 de Beemster werd drooggemalen gevolgd in 1622 door de Purmer, in 1622 door de Wijdewormer en in 1643 door de Stermeer(Strarnmeer), lag Jisp volkomen afgesloten van de zee en konden de schepen alleen door diverse nieuw gebouwde sluizen via de ringvaarten naar zee komen. Uiteraard was dit niet bevorderlijk voor de scheepvaart. In die tijd beviste men, ook vanuit Jisp, de grote meren op aal en paling, die veel naar Engeland werd geëxporteerd. In Londen had men zelfs een vismarkt naar de Beemster vernoemd.`

In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht en op de schepen daarvan voeren ook Jispers.
De beroemde Wormer- en Jisper ‘tweeback’ werd daar in grote hoeveelheden aangeleverd net als aan de fluitschepen, ter walvisvaart uitgerust, die voor onze streek op gang kwam. Jisp groeide van een inwoneraantal van ca. 710 rond 1540 naar ca. 2000 in de helft van de zeventiende eeuw.
Rond 1642, toen de Jispers zich intens met de walvisvaart gingen bezighouden (vreemd genoeg in tegenstelling tot Wormer) werd het in het dorp Jisp nog weer drukker door alle nevenhandelaren, die de victualiën voor die vloot verzorgden. De rolrederijen (zeilmakers), de thuiswevers, niet te vergeten de vele bakkers en baksters die de ‘tweeback’ maakten, kaashandelaren, traankokerijen, de vier meelmolens, de stijfselfabrieken en natuurlijk de boeren (huijsmannen genoemd omdat ze thuis werkten en niet zoals velen als vaarvolk, dus buitenhuis werkten), nettenboeters voor de haringvangst, ijzerwerkers.
Vele schippers met kleinere schepen zoals smakken, koggen en boeijers etc zorgden voor het laden en lossen van de groot Groenland- en Straat Davisvaarders –die in de Holle Sloot te Zaandam(ongeveer waar de Hembrug lag) voor anker gingen- en die wel door de sluizen konden, hadden hierdoor een druk bestaan.

De herbergen waren de plaatsen van samenkomst voor reders, kooplieden en andere zakenlui. Door ook voor de reizende mensen, die met de vele veerschuiten meereisden en voor de nacht een onderkomen zochten.
Er werd ook zeer waarschijnlijk in de diverse herbergen zeevarend volk aangemonsterd. Maar de vele herbergen in Jisp dienden het meest voor mensen die voor de “leedsetters” kwamen om hun al of niet gebroken ledematen te laten behandelen. De leedsetters van Jisp waren tot ver in het buitenland bekend. Soldaten werden hier naar toegestuurd, ook van omliggende landen(zelfs Noorse) en er was een lange wachtlijst. Tijdens de operatie werden zij geholpen in een hospitaaltje. Maar tijden het genezingsproces kwamen er in hun plaats weer anderen en voor de revalidatie moesten de (moeilijk) helende patiënten een onderkomen hebben. De herbergen konden het aantal bezoekers niet een allemaal opvangen. Daarom deden de herbergen in Wormer eveneens goede zaken.

Hieronder: Waar mannen links op krukken staan is het hospitaaltje van o.a. Mr. Krelis Ploegh.
Herbergen te Wormer

Op het Wormer Weiver(beter bekend als het Bos) stond een herberg die heette:
‘De belegering van den Bosch’

Persoonlijke aanvulling:
Dit moet, waar het boomrijke stuk weg op het eind van Wormer en het begin van Jisp een rechte hoek maakt van oost naar noord, de verklaring zijn waarom dit Hoek van Bosch wordt genoemd.
De herberg 'De belegering van den Bosch' moet precies op de hoek hebben gestaan.
  
Omdat mijn boot gebouwd wordt op mijn werfje op het Hoek van Bosch heeft zij deze naam gekregen.

  • Eind

  • Begin

  •